Datum: 07-09-2002Pagina: 7WRubriek: De carrière van |
|||
|
Hester Bijl (31), technisch wiskundige NUMERIEKE stromingsmodellen onderzoekt Hester Bijl. Maar het had net zo goed taalkunde kunnen zijn. Want de 31-jarige wiskundige is veelzijdig. Naast haar studie technische wiskunde en haar promotie in Delft studeerde ze Engels in Leiden. En ze had haar proefschrift nog niet op zak toen ze overstapte naar een managementadviesbureau. 'Moeilijke problemen oplossen vind ik het leukste dat er is en vrienden van mij beweerden dat organisaties geconfronteerd worden met heel ingewikkelde problemen', vertelt ze. Maar dat viel tegen: haar werk bij het adviesbureau bleek meer procesbegeleiding dan inhoudelijk. 'Achteraf verbaast het me dat ik nog zo lang heb geaarzeld om ermee op te houden. Voor die gouden bergen in de advieswereld was ik blijkbaar toch gevoeliger dan ik dacht.' Maar een post doc die na haar promotie op tijdelijke onderzoekscontracten van een jaar of twee werkt, wilde ze ook niet worden. 'Je loopt dan het gevaar een klusjesman te worden. Anders dan bij een promovendus die een proefschrift moet afleveren, heeft een hoogleraar vaak geen groot belang bij het werk van zo iemand. Soms zijn ze louter goedkope werkkrachten. Ik ken uitstekende onderzoekers die al aan hun vierde post doc-contract bezig zijn. Ik heb daarom op een advertentie voor een docent geschreven.' Nu werkt Bijl al weer drie jaar bij de leerstoel Aerodynamica van de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de Technische Universiteit Delft. Sinds kort zelfs als universitair hoofddocent. Samen met een promovendus, twee promovendi die dit najaar beginnen en een aantal afstudeerders, ontwikkelt ze rekenkundige modellen. Ze wil precies uitrekenen hoe luchtstroming en het oppervlak van vliegtuigvleugels elkaar beïnvloeden. 'Dat is een nieuw gebied. Materialenonderzoekers weten veel van wat er met een vleugel gebeurt als deze onder spanning komt te staan en stromingsmensen weten veel over luchtstroming. Maar niemand weet precies hoe vleugel en stroming elkaar beïnvloeden. Onder invloed van stroming vervormt de vleugel van een vliegtuig. En er is bij lagere snelheden een andere ideale vleugelvorm dan bij hogere. Tijdens het landen verandert de piloot bijvoorbeeld de vorm van de vleugel met kleppen.' De nieuwste trend in de vliegtuigbouw is onderzoek aan flexibele vleugels. Daartoe worden nieuwe materialen ontwikkeld die slim kunnen vervormen. Tijdens de vlucht geeft een computer de vleugel dan de meest ideale vorm voor de vliegomstandigheden van dat moment. 'Deze smart materials kun je traploos vervormen. In plaats van de grove regeling met kleppen zoals dat nu gebeurt, kun je met die materialen een vleugel gemakkelijk allerlei vormen geven. Zelfs bulten en zigzagvormen. Daarmee kun je vliegtuigen energiezuiniger en stiller maken.' De rekenmodellen voor het bepalen van zelfs ruwe interacties tussen lucht en vleugel zijn complex en vragen enorm veel tijd. Zelfs supercomputers met honderden processoren staan er vele weken op te stampen. Door het slim verbinden van kennis uit diverse vakgebieden denkt Bijl niet alleen de rekentijd aanzienlijk te bekorten, maar ook de nauwkeurigheid van de berekeningen te vergroten. 'Ik hoop het over vier jaar toch wel tien keer zo snel te kunnen doen.' Bijl is niet het type om zich volledig te verliezen in een esoterisch onderwerp. 'Er moeten voldoende praktische kanten aan zitten, een relatie met de maatschappij. Ik maak wel theoretische modellen, maar die vinden uiteindelijk hun toepassing in hele concrete producten: de vleugels van schonere en stillere vliegtuigen. Ik vind het ook plezierig om studenten op te leiden in iets praktisch, iets dat ze bijvoorbeeld kunnen toepassen in de vliegtuigindustrie.' Afstudeerders begeleiden is geweldig. College geven aan eerstejaars minder, vindt Bijl. 'Het zijn nog echt scholieren; orde houden is er even belangrijk als inhoud. Ik maak me ook zorgen om hun kennisniveau, vooral door de invoering van het studiehuis. Er zijn er nogal wat bij die fundamentele gaten in hun wiskundekennis hebben en sommigen hebben zelfs moeite met het optellen van bijvoorbeeld eenderde plus eenvierde plus eenvijfde.' Als eerste vrouwelijke docent kwam Bijl in de faculteit en dit jaar kreeg ze een speciale beurs om vrouwelijke onderzoekers een extra steuntje in de rug te geven, de Aspasia-beurs van NWO. 'Ik ben wel voor het extra steunen van vrouwen, maar je loopt wel het risico dat men denkt dat je er alleen bent gekomen doordat je vrouw bent. Op onze faculteit heb ik overigens niet het gevoel gehad daardoor anders te worden behandeld. 'Ze zeggen weleens dat vrouwen meer de managers zijn omdat ze het team goed in de gaten houden en dat mannen meer ideeën hebben. Ik probeer allebei te doen. Het gaat me voor de wind. Ik had, toen ik hier begon, niet gedacht dat ik nu al zo ver zou zijn. Dat is echter niet vanzelf gegaan. Bijl maakt lange dagen. Vijftig tot zestig uur per week. Ze heeft weinig slaap nodig. 'Ik heb hier veel vrijheid. Als ik in mijn eentje van negen tot vijf geniale ideeën zou willen uitwerken, mag dat ook. Maar dat is niets voor mij. Ik wil alles tegelijk. Een groep opbouwen, publiceren, samenwerken met andere disciplines, internationale contacten onderhouden, een kind grootbrengen, klarinet spelen. Dat lukt tot nu toe aardig.' Maar gaat het niet te snel: over een paar jaar hoogleraar en dan wachten op je pensioen? 'Dat zie ik mij niet gebeuren', zegt ze. 'Gelukkig is de universitaire wereld veranderd en ligt het accent meer op de wetenschappelijke prestaties. Je tijd uitzitten is er niet meer bij. 'De komende tien jaar zal ik me met dit onderzoek bezighouden. Dat ik daarna iets heel anders ga doen, sluit ik niet uit. Ik vind het bijvoorbeeld wel interessant hoe universiteiten en bedrijven worden gerund. Dat lijkt me ook wel wat.' |
Info: | Plaats: Aerodynamica, Delft |
|||
FOTO SERGE LIGTENBERG |
||||
Trefwoord: | ||||
Organisatie: | ||||
Persoon: |
Op dit artikel rust copyright © 2000 PCM Interactieve Media b.v., resp. de oorspronkelijke uitgever en/of de auteurs. |
|