Oefenopgaven Serie 1 (cursus 2001/2002)
Oefenopgaven Serie 1 (cursus 2001/2002)
wi3097mt: Numerieke methoden voor differentiaalvergelijkingen
1
Behandelde begrippen
- Taylor polynoom, floating point getal, afrondfout
- Orde symbool Landau
- lineaire interpolatie, interpolatiefout, Lagrange interpolatie
- Lineaire splines, kubische splines
Opgaven
- Laat f(x) = x3. Bepaal het tweede orde Taylor polynoom voor
het steunpunt x = 1. Bepaal
de waarde van dit polynoom in x = 0.5. Geef een schatting van de fout
en vergelijk dit met de echte fout.
- Laat f(x) = ex. Geef het Taylor polynoom van de orde n
en de restterm voor het steunpunt x = 0. Hoe groot moet n zijn opdat
de fout kleiner is dan 10-6 op het interval [0,0.5]?
- Het polynoom P2(x) = 1- [1/2] x2 wordt gebruikt om f(x) = cos(x) te benaderen op [- [1/2], [1/2]]. Geef een bovengrens
voor de fout in de benadering.
- Neem x = [1/3], y = [5/7]. We rekenen met 3 cijfers. Schrijf x
en y als floating point getallen. Bepaal voor ° = +, -, *, /, f l(f l(x) °f l(y)), x °y en de afrondfout.
- Bepaal het tweede graads Lagrange polynoom van f(x) = 1/x
gebruikmakend van de steunpunten x0 = 2, x1 = 2.5 en x2 = 4.
Benader hiermee f(3).
- Bepaal s([1/2]), waarbij s de kubische spline is met
steunpunten 0, 1 en 2 voor de functie f(x) = x. Doe dit ook voor
de functie f(x) = x2.
1 voor de antwoorden zie:
../wi3097/answer1.html
../wi3097/wi3097.html